Senegal

Vlag SenegalKomend vanuit Mauritanië valt meteen op hoeveel meer begroeiing hier is. Eindelijk kan weer een kampeerplekje verstopt in de struiken gevonden worden. Hoe verder zuidelijker hoe groener het ook wordt met het begin van dichte bossen in de Casamance. Het is een goed weerzien met Senegal en ik strijk neer in Niafrang. Een klein dorpje vlak bij de grens met Gambia. Hier zal een fietspauze volgen, een mini vakantie binnen de fietsvakantie, voor ik verder rij naar Guinee Bissau.

map-senegal
Klik om te vergroten.
Visum
Visum Senegal

Visum Senegal: juni 2013 is er besloten de visumplicht weer in te voeren, maar sinds mei 2015 is die weer afgeschaft. Een stempeltje voor 3 maanden is vanaf nu dus weer zonder kosten bij de grens te krijgen.

Beste reistijd Senegal: november t/m februari. Richting de 30 graden en droog. Echter reis je naar het zuiden van het land, de Casamance onder Gambia, dan kun je daar ook prima terecht tot eind april. De regen valt in juni t/m september met in het zuiden flink grotere hoeveelheden dan in het noorden.

Reisadvies Senegal: Geen grote bijzonderheden voor Senegal. Alleen de Casamance, het gebied onder Gambia is aangemerkt met ‘alleen noodzakelijke reizen’. Dit vanwege spanningen tussen rebellen die graag onafhankelijkheid zien en het leger. In de praktijk zijn hierbij de toeristen geen doelwit en zullen behalve extra checkpoints weinig merken van het conflict. Ik ken een nederlander met een hotel die al jaren zonder problemen door het gebied reist. Ook ben ik na de fietsreis nog een aantal keer terug geweest naar Niafrang. Bekijk hier het advies van het ministerie van buitenlandse zaken.

Dagboek: Nederland – Mali:

2010/11/11 Diama/ Saint Louis – Terwijl ik mijn ontbijtje aan het klaarmaken ben rennen er 10 meter naast de tent opeens drie wrattenzwijnen voorbij. Staart recht omhoog en na het zien van mij en de tent schieten ze er met dubbele snelheid vandoor. Het is een prima begin van de dag. De vogeltjes fluiten en het zonnetje komt op.
Wel blijkt mij achterband het slachtoffer geworden te zijn van de eerste acaciadoorn en ik plak gaatje nummer 14. Hierna fiets ik al snel de bewoonde wereld in. De woestijn heb ik nu definitief achter me gelaten en ik zie zelfs een pinautomaat die mastercard accepteert !! Nu ik weer rijk ben trakteer ik mezelf allereerst op een paar koude colaatjes en fiets daarna het laatste stukje naar Saint Louis.
Saint Louis ligt op een eilandje en was de eerste franse kolonie in Afrika. Dat is meteen ook duidelijk te zien aan de koloniale gebouwen overal in de stad. Ik parkeer de fiets bij een jeugdherberg en ga meteen de stad verkennen. Bij het wachten op mijn pizza moet ik bijna een ‘dame van plezier’ van me afslaan. Waarschijnlijk mijn eigen fout gezien ik gedag zei toen ze naar me lachte… Vijf minuten later staat ze naast me aan de bar en gaat meteen tot zaken over de barkruk als voorbeeld gebruikend. Nadat een gewoon ‘non merci’ niet voldoende blijkt te zijn vertel ik maar dat ik samen met mijn vriendin op vakantie ben en dat ze in het hotel aan het uitrusten is. Uiteraard had ze daar de prima oplossing voor door me bij haar thuis uit te nodigen…….

2010/11/12 Saint Louis – Bij het ontbijt raak ik aan de praat met een fransman die voor vandaag een tripje naar een nabijgelegen vogelreservaat heeft geregeld. Nou heb ik de afgelopen dagen al heel veel van dat spul gezien, maar ik kan voor een zacht prijsje mee.
Het blijkt een prima keuze te zijn. Het is heerlijk om met een piroque een beetje rondjes te varen in plaats van de pedalen rond te trappen. En een uitgebreide lunchbreak bij een frans campement maakt het dagje compleet.

2010/11/13 Saint Louis – Ik besluit nog een dagje te blijven en vandaag het andere eiland te bekijken. Dit blijkt een typisch afrikaans vissersstadje te zijn met vissersboten die het strand op worden gesleept en een drukke markt. ’s avonds ga ik met een engelse uit hetzelfde hostel naar de film. In het theater draaien ze een film over de Congo rivier. Het is helaas wel in het frans dus ik versta er de helft niet van, maar de beelden spreken vaak voor zich. En omdat we in Afrika zijn valt halverwege de film de stroom uit en zitten we enige tijd in het stikdonker te wachten tot na een paar minuten er weer licht is. Het scherm gaan weer aan en we kijken tien minuten naar het versnelde beeld voor we weer op het laatste punt verder kunnen. Waarom ze alleen de knop voor 4x versnellen gebruiken ontgaat me gezien ze de intro wel 8x versneld doorspoelen…

2010/11/14 Saint Louis – Vandaag pak ik mijn spullen weer in en ben er mooi op tijd bij om te vertrekken. Maar dit is Afrika.. Aangekomen bij de brug naar het vasteland blijkt deze gesloten te zijn. Er worden reparatiewerkzaamheden verricht en om zes uur vanavond gaat hij weer open.. Er is wel een piroque die voetgangers naar de overkant brengt maar een snelle blik maakt duidelijk dat dat niets gaat worden met een bepakte fiets. Nog maar een dagje in Saint Louis dan maar .. Er zijn ergere dingen. Ik wacht alleen in spanning af of de brug morgen wel open is …

2010/11/15 Saint Louis/ 20 km voor Touba – De brug is vandaag weer open en eenmaal daaroverheen vliegen de kilometers voorbij. Het lijkt op een nieuwe vogelsafari. Overal waar ik kijk vliegt er wel wat. Havikachtigen en bijeneters, maar ook gieren die zich tegoed doen aan roadkill.
Na Louga kom ik op slecht asfalt terecht. Dat heeft een voor en nadeel. Voordeel is dat ik nu de weg compleet voor mezelf heb omdat de auto’s op een zandpad direct naast de weg rijden. Nadeel is dat ik door het gedraai om de gaten bijna dubbele kilometers maak. De hele dag zijn er dorpjes om de 5 tot 10 kilometer en net als ik denk dat het tijd wordt om een plekje te zoeken voor de nacht houden die spontaan op. Ik had in het laatste dorpje nog wat water in willen slaan voor de nacht dus blijf toch maar even fietsen. Na uiteindelijk een dorpje gespot te hebben en met genoeg water ingeslagen fiets ik tot drie keer toe een zijweggetje in om een plekje te zoeken. Twee keer wordt ik ontdekt en maak ik rechtsomkeerd. De derde keer is het echter raak en vind ik een mooi plekje tussen twee rijen struiken.

2010/11/16 Touba/ Kaolack – De weg slingert verder door de savanne en bij ieder dorp dat ik passeer begint de toubab gekte. Het eerste kind dat me ziet begint hysterisch toubab te gillen, wat de andere kinderen alert maakt op een potentiele sinterklaas actie.. Het is er de tijd van het jaar voor moet je maar denken. Zo middenin het dorp gillen alle kinderen tot 6 jaar toubab in koor. De wat oudere kids roepen om een ‘cadeau’ of ‘l’argent’. Het is dan ook vaak een opluchting als ik het dorp weer uitfiets en de rustige savanne weer in rij. Hier alleen begleid door het gefluit van de vogeltjes.
Ik kan me niet herinneren dat ik deze gekte eerder heb meegemaakt in Senegal, maar misschien komt het omdat ik nu op de fiets ben. Makkelijker aanspreekbaar dan een voorbij zoefende auto. Zelfs de ouderen doen mee. Bij een stop voor een broodje willen ze mijn mes hebben, of anders één van de kaasjes die ik uit de fietstas tover. Bij het kopen van een watermeloen, wil de mevrouw die toevallig in de buurt is dat ik er ook één voor haar koop, enz..
Na zo’n twintig van deze dorpjes kom ik aan het eind van de middag in Kaolack waar ik mezelf trakteer op een kamer met warme douche en een biertje.

2010/11/17 Kaolack – Vandaag is Tabaski. Een belangrijk feest voor iedere moslim. Het is een landelijke feestdag en iedere familie slacht deze dag een geit. Gisteren heb ik bij aankomst in Kaolack Boby gebeld. Boby heb ik ontmoet in Saint Louis en is in Kaolack om Tabaski bij zijn familie te vieren. Hij heeft mij uitgenodigd en komt me nu ophalen nadat hij naar de moskee is geweest. Aangekomen bij de familie liggen er al 4 geiten die nu langzaam in stukken worden gesneden.
Na een ochtend hard werken zijn de geiten verdwenen en de rest van de dag wordt al etend doorgebracht met familie en vrienden. Tijdens het avondeten heb ik een stuk geitentong te pakken, maar ik eet dapper verder. Nu voornamelijk hapjes nemend van de ‘veilige’ schaal met rijst…

2010/11/18 & 19 Kaolack – De twee dagen na tabaski leef ik mee met het gezin. Dit is vrij simpel gezien de vrouwen voor eten en al het andere zorgen en de mannen alleen hoeven te relaxen tot het tijd is voor de volgende maaltijd. Rondkijken in de stad is al snel gebeurd want iedere straat lijkt hetzelfde. Na 3 dagen ‘stilzitten’ wil ik er dan ook weer verder trekken. Morgen een nieuwe dag op de fiets.

2010/11/20 Kaolack/ Toubakouta – Na het ontbijt neem ik afscheid van de familie. Na 3 dagen voelt het al bijna aan als thuis. Maar de Casamance lokt en ik fiets langs de rivier Kaolack uit. De begroeiing wordt steeds weelderiger en de weg steeds slechter. Onderweg kom ik tot twee keer toe een groep apen tegen die voordat ik de camera kan pakken in het hoge gras verdwijnen. Toch mis ik het meeste van de omgeving omdat ik mijn ogen goed op de weg moet houden. Het is één grote pothole en regelmatig fiets ik door de berm omdat de weg zelf niet te doen is.

< Mauritanië | Gambia >

2010/11/23 Sukuta/ Niafrang – Het is nog maar een stukje naar de grens met Senegal. Zo’n veertig kilometer die ik fluitend afleg. Eenmaal bij de grens aangekomen ken ik de weg dus kan ik alle op geld uitzijnde wegwijshulpjes negeren en fiets ik meteen door naar de politiepost. Na het gezeur bij de vorige Gambiaanse grenspost kon het hier niet simpeler. Ik wordt opgeschreven in het grote boek. Krijg mijn stempel en ben in ‘no time’ weer onderweg naar de Senegalese kant. Hier fiets ik ongemerkt de douane voorbij en krijg ik als het even kan nog sneller mijn inreis stempel.
Dan is het nog een kleine vijftien kilometer naar Dialoulou waar ik stop bij de bar waar ik voorgaande jaren van vervoer moest wisselen. Hier sla ik volgens traditie een paar half bevroren colaatjes naarbinnen voor ik de weg naar Niafrang insla. De weg is in de afgelopen jaren flink verslechterd en zit inmiddels vol met gaten. Ik fiets een stuk gelijk op met een busje die door al het gehobbel niet sneller gaat dan mij en ben weer te laat om een troep overstekende apen op de foto te zetten…
Het laatste stuk naar Niafrang is een zandpad en behoorlijk lastig fietsen, slingerend en stukjes lopend vorder ik gestaag en bereik ik begin van de middag mijn doel. De timing voor aankomst had niet beter kunnen zijn en ik kan meteen aanschuiven voor de lunch. Het is een goed weerzien met Papa Lamin, Michael & Margo die meteen de afgelegde afstand van Nunspeet naar hier op de keukenmuur kalken.
Na de lunch kan ik niet stilzitten en loop meteen naar het strand. Ik heb het strand voor me alleen afgezien van de duizenden witte vlinders die sinds begin van de middag rondvliegen. Ik blijf op het strand hangen tot de zon uitdooft in de zee.

2010/11/24 Niafrang – De hele reis zie ik geen (in het wild levende) slangen. En sinds ik in Niafrang ben kan mijn geluk niet op. Gisteren in de rijstvelden onderweg naar het strand glibbert er een slang weg van het pad en ga ik spontaan heel voorzichtig verder. Overal in de rijstvelden staat nog water en de paadjes die erdoor voeren staan vol met hoog gras. Ik doe dan ook mijn best om zo hard mogelijk te stampen. De meeste slangen gaan gewoonlijk snel weg als ze dat horen. De terugweg neem ik maar de veilige route over de normale weg. Ook al betekend dat een omweg van een kilometer.
Dat was gisteren. Vandaag ben ik bezig met mijn wasje bij de waterput tot ik opeens snelle beweging naast me zie. Er vliegt een hagedis tussen de bananenbomen uit op de voet gevolgd door een groene slang. De hagedis heeft echter geluk, want de slang duikt meteen weer de begroeing in als hij mij ziet bewegen.
Na de was is het alweer lunchtijd en meteen daarna pak ik de zwembroek en duik de zee in.

2010/11/24 t/m 2010/11/12 Niafrang/ Abene/ Thionck Essyl – De afgelopen weken lijken voorbij te zijn gevlogen. Ik heb mijn dagen gevuld met lezen, zwemmen en lekker eten. Ik ben op bezoek geweest bij oude bekenden en ik heb een poging gedaan om een vis aan de haak te slaan. Gisteren ben ik terug gekomen van een uitstapje naar Thionck-Essyl waar ik de familie van Papa Lamin heb bezocht. Vandaag ga ik op zoek naar een nieuwe haak om te vissen gezien de oude ergens onder water is blijven hangen. Ik blijf hier waarschijnlijk nog wel even hangen. Half januari zal ik weer serieus verder fietsen. Tot die tijd ga ik me hier in de omgeving vermaken. Er staan nog een paar erg leuke dingen te gebeuren voor die tijd. Het muziek festival in Abene, familiebezoek waar ik erg naar uitkijk en een voetbaltoernooi in het dorp. Tussendoor zal ik nog een keer het land uitmoeten om een nieuw visum te regelen. Misschien dat ik een stukje Gambia intrek of ik blijf lekker aan de kust….

2011/25/01 Bignona – Na een ruime pauze heeft de fietstocht vandaag weer een doorstart gemaakt met een stukje infietsen van 70 kilometer. Het vertrek uit Niafrang viel me zowaar moelijk en het voelde alsof ik opnieuw van huis wegreed. De fietsbanden werden besprenkeld met water wat er voor zorgde dat de boze geesten verjaagd werden en ik een veilige reis zal hebben. Dit kon echter niet voorkomen dat ik tot twee keer toe door het mulle zand de berm invloog. Gelukkig wist ik nog wel hoe de remmen werkten en verdween ik niet compleet in het olifantengras.

Het was weer even wennen om met volle bepakking te fietsen.

Even terug naar eind 2010. In de laatste update heb ik geschreven dat ik mogelijk terug zou gaan naar Gambia om daar landinwaards het gebied rond de Gambia rivier te verkennen. Ik ben inderdaad terug gegaan naar de Gambia, maar niet om rondjes te fietsen. In plaats daarvan heb ik het vliegtuig gepakt en ben ik op kerstnacht in zes uur teruggevlogen naar Nederland. Een afstand die me op de heenweg bijna 5 maanden heeft gekost. De aankomst op Schiphol zal ik niet snel vergeten. Het was een flinke schok om met de slippers opeens in de sneeuw te staan. Ook de thuiskomst in Nunspeet zal me altijd wel bijblijven. Pap, mam (Dayan), ik zal het nooit meer doen, de volgende keer zal ik netjes bellen van tevoren 😉
Twaalf januari ben ik uiteindelijk samen met mijn ouders terug gevlogen naar Banjul. Dat koste enige moeite gezien ik eerst werd geweigerd op Schiphol. Zonder retourticket wilde Arke mij niet in het vliegtuig laten en dus volgde een nachtelijke zoektocht naar een fake terugvlucht. Na een paar mensen om vijf uur ’s ochtend’s wakker gebeld te hebben had ik uiteindelijk mijn ‘complete’ ticket in handen en al snel vlogen we met grote snelheid richting het zuiden.
Een super leuke week volgde en werd één van de hoogtepunten van de reis. Na de terugvlucht van mijn ouders ben ik in Banjul op visum jacht gegaan. Doel was een visum voor Mali en een visum voor Guinee. Na enig zoeken had ik uiteindelijk de plek gevonden waar het consulaat van Mali zat om er daar te horen dat de verantwoordelijke voor de visums inmiddels verhuisd is en die dus niet langer worden uitgegeven. Na weer een uur zoeken en rondvragen kwam ik erachter dat het consulaat voor Guinee verhuisd is naar Serekunda. Om de dag toch maar niet helemaal verloren te laten gaan heb ik vervolgens maar een visum voor Sierra Leone gehaald zodat ik mogelijk het visum voor Mali in Freetown kan gaan halen.
De volgende dag was het consulaat van Guinee in Serekunda snel gevonden en stond ik 15 minuten later en €100 armer weer buiten. Guinee is één van de landen waar ik het meest naar uitkijk deze reis dus is het alle moeite waard.

Nu dus weer onderweg in Senegal. De Casamance heeft een slechte naam vanwege rebellen die voor onafhankelijkheid strijden en daarnaast vanwege berovingen van reizigers bij ‘roadblocks’. De afgelopen jaren echter is de situatie grotendeels gekalmeerd en voelt het veilig om door de regio te reizen. Wel is overal het leger duidelijk aanwezig. Om de paar kilometer moet ik tussen boomstronken doorslingeren die op de weg gelegd zijn bij militaire checkpoints. De militairen zelf zijn vriendelijk en ik fiets zonder problemen naar Bignona. Ook de politie checkpoints fiets ik soepeltjes voorbij. Naast een paar beleefdheids groeten wordt er niets uitgewisseld. Iets wat wel anders was toen ik enkele weken geleden met het openbaar vervoer, deels via dezelfde weg naar Thionck-Essyl reed en de chauffeur netjes bij elk (politie) checkpoint een aantal CFA’s overhandigde. De route zelf was een mooie afwisseling van mangrove en jungle vol met fluitende vogels. Next; Guinee-Bissau en op naar de 10.000 kilometer …..

2011/26/01 Bignona – Ziguinchor – Rustig neem ik de tijd om wakker te worden en uitgebreid te ontbijten. Vandaag staat een relatief korte afstand op het programma. In Ziguinchor moet ik het visum voor Guinee Bissau nog halen en dan kan ik voorlopig met de benodigde papieren op zak ongestoord reizen.
Al snel kom ik buiten Bignona het eerste militaire checkpoint tegen en deze keer moet ik wel stoppen. Een klein mannetje met een groot machinegeweer wil mijn paspoort zien en begint een serie vragen af te vuren. Met mijn franse taalkennis versta ik er maar de helft van en begin ik maar met wat plaatsnamen te strooien. Dat blijkt te voldoen bij de inmiddels aangekomen officier die in het engels verwonderd vraagt waarom ik geen gps gebruik en of ik dan niet overal verdwaal. Ik verzeker de man dat nooit een probleem is gezien ik een hele mooie kaart van Senegal bij me heb.
Dat ik in het verleden regelmatig de verkeerde kant op ben gereden vermeld ik er maar niet bij, niet iedereen hoeft dat te weten..
Na een uitgebreide studeersessie van de landkaart mag ik verder en veronderschuldigd de militair zich voor het oponthoud. No problem, ik heb alle tijd en ik trap de fiets weer aan op weg naar het zuiden.
Bij binnenkomst in Ziguinchor volgt een vergelijkbaar tafereel. Militair begint weer met een serie vragen, officier komt erbij en wuift me vrolijk door het checkpoint.
Het blijkt nog even lastig om een slaapplek te vinden. Ik fiets verschillende hotels af en die zitten vol, of zijn belachelijk duur. Bij nummer zes heb ik eindelijk beet. De visumjacht gaat gelukkig een stuk makkelijker. Het consulaat van Guinee Bissau zit 20 meter naast het hotel en de stempels staan al in het paspoort voor ik het aanvraagformulier volledig heb ingevuld. Als laatste ga ik nog even geld tanken. Tot Bamako zal ik geen pinautomaat meer tegenkomen dus zorg ik ervoor dat ik genoeg cash in mijn geheime bergplekjes stop.

2011/27/01 Ziguinchor – Ik besluit om het afscheid van Senegal een dagje uit te stellen en blijf wat langer in Ziguinchor hangen. Ik pak de telefoon en heb meteen contact met Pia. Pia heb ik 5 jaar terug ontmoet in Niafrang en daar heb ik haar ook in december nog gezien. Ze heeft hier een eigen boetiekje die spontaan gesloten wordt zodat ze me de stad kan laten zien. Als ik tegen de avond nog een internetcafé induik blijkt er naast me een Amerikaan te zitten die vanuit Ghana aan het rondfietsen is. We besluiten een biertje te gaan drinken en wisselen ervaringen uit. Mogelijk komen we elkaar nog tegen in Bissau gezien we beiden een rondje in die buurt willen maken.

2011/28/01 Ziguinchor – Varela – Omdat ik denk dat het misschien toch wel handig is om een goede kaart van Guinee Bissau te hebben ga ik nog even terug naar het hotel waar de fietsende Amerikaan zit om een kopie van zijn kopie te maken. Daarna is het toch echt inpakken en wegwezen.
Bij het checkpoint buiten de stad moet ik even stoppen, maar ik hoef niets meer te zeggen. Er wordt mij meegedeeld dat ik uit Nederland ben gekomen en in juli ben vertrokken. Blijkbaar doet het verhaal al de ronde…
Ik fiets al snel weer verder over wat de tot nu toe beste weg in Senegal blijkt te zijn. Vers geasfalteerd en ik ben dan ook in no-time bij de grens. Geen problemen hier. Er wordt nog even gevraagd waar ik met de fiets vandaan kom. En omdat ik dit stukje frans inmiddels wel kan dromen leg ik uit dat ik uit NL kom en bijna 9600 km gefietst heb. Ik krijg te horen dat ik zeker geen frans begrijp en geen onzin moet praten.. Opnieuw vraagt hij waar ik vandaan ben komen fietsen en ik maak er maar Banjul, Gambia van.. Nu is de man helemaal onder de indruk. ‘Dat hele eind op de fiets ??!’ … ‘Ja echt, helemaal’… Ik mag nu meteen doorrijden en kom even later aan bij de grenspost van Guinée Bissau.
Hier moet ik stoppen bij een over de weg gespannen touw en nadat ik mijn stempel heb, wat ook weer vlot gebeurd, wordt het touwtje naar beneden gelaten en fiets ik land nummer 11 in !
Het is dan nog een klein stukje naar Sao Domincos, waar ik stop voor de lunch. Ik bestel vis met rijst en een cola. Na 10 minuten krijg ik de cola en 5 minuten later wordt er een placemat voor me neergelegd. Ik denk nog even dat dat snel gaat, maar dat blijkt valse hoop. Er verlopen weer 5 minuten tot er een gevouwen servet op de placemat wordt gelegd. Er wordt even naar gekeken en na enig beraad draait de ober hem om met de punt naarbinnen. 10 minuten later volgt het bestek en mijn maag begint inmiddels aardig te rammelen. De tafel lijkt mij zo compleet dus als ik de ober na 5 minuten weer hoor komen aansloffen zit ik vol goede hoop…
Voor mij wordt er een peper en zout stelletje neergezet… En ik wacht nog maar even, je raad het al, weer 5 minuten. Maar deze keer komt hij aangelopen met een bord. Een leeg bord dat hij omgekeerd op tafel legt. Ook het bord wordt nog een kwartslag gedraaid wat ongetwijfeld een reden heeft, maar ik zit mooi nog steeds zonder eten..
Ik moet nog 10 minuten wachten en krijg dan een enorme schaal met rijst en een schaal met twee grote vissen voor me. Het is wel veel zie ik maar ik heb nu echt wel flinke trek en schep meteen op. Al heel snel, zo’n 2 minuten later komt de ober weer aan en zet nog een grote schaal salade & een schaal patat voor me neer..
Ik doe mijn best maar krijg ongeveer de helft op en moet vervolgens een half uur uitbuiken tot ik weer de moed heb om verder te fietsen. Niet slecht voor €3,- ..
Omdat het allemaal wat langer duurde dan gepland moet ik ook nog even flink in de pedalen om de resterende 50 kilometer naar Varela voor het donker te halen en laat het asfalt nou net in Sao Domingos ophouden… Ik volg nu een hobbelige zandweg vol met los zand en moet een paar keer afstappen en de fiets door de meest mulle stukken zand duwen. Wel rij ik inmiddels midden door de jungle, met aan beide kanten grote bomen en ondoordringbare struiken. Later op de route zal dit overgaan in een stuk met mangrovebossen. Net voor het donker kom ik aan in Varela en vang ik nog net een glimp op van de witte stranden. Het lijkt op het eerste gezicht een paradijsje en ik zal morgen dus een dagje moeten blijven om eens uitgebreid rond te kijken. Er is maar één weg hiernaartoe dus ik zal er ook over terug moeten en het zou zonde zijn om meteen morgenochtend weer te vertrekken.

< Gambia | Guinee Bissau >

Alle foto’s van dit deel van de fietsreis.

Feestdagen: 4 april – Onafhankelijkheidsdag, 14 juli – Dag van de Afrikaanse Gemeenschap.