Waar Gabon opeens open wordt
Na uren rijden over rode zandwegen, laat ik de dichte bossen achter me. De bomen worden lager, het licht feller, en plots ontvouwt zich een landschap dat ik niet in Gabon had verwacht: eindeloze grasvlaktes, zacht glooiende heuvels en hier en daar een rotsformatie die uit de aarde lijkt te groeien. Dit is het Parc National du Plateau des Batéké, een plek die tegelijk wild, leeg en vredig aanvoelt.
Ik ben in het uiterste zuidoosten van het land, waar Gabon overgaat in Congo. Dit park – ruim 2.000 km² groot – is een van de minst bezochte natuurgebieden van het land. Terwijl de meeste reizigers richting de regenwouden van Lopé of Loango trekken, vind je hier open savannes die meer doen denken aan Oost-Afrika dan aan Centraal-Afrika. De stilte is overweldigend.
Een landschap vol leven en geschiedenis
Mijn gids wijst naar sporen in het zand: olifant, buffel, antilope. “Ze komen vooral bij zonsopkomst,” zegt hij. En inderdaad, de volgende ochtend hoor ik geritsel in het hoge gras en een zachte trilling in de grond. Even later zie ik in de verte een groepje bosolifanten oversteken, traag en statig, alsof ze deze savanne al eeuwen kennen.
Het Batéké-plateau is bijzonder omdat het letterlijk een overgangszone vormt: tussen savanne en regenwoud, tussen Gabon en Congo, tussen oud en nieuw. Hier leefden ooit leeuwen – de laatste van Gabon – en vandaag wordt gewerkt aan bescherming van de resterende fauna. Organisaties als de National Agency of National Parks (ANPN) en internationale NGO’s proberen stroperij en illegale houtkap te beperken. Dat is hard nodig, want de balans is kwetsbaar.
De lange weg naar het plateau
Wie hier wil komen, moet het avontuur niet schuwen. Vanuit Franceville – de dichtstbijzijnde grotere stad – is het nog zeker vier uur rijden per 4×4 naar het park. De route loopt door dorpjes, langs savannevelden en over stoffige paden waar termietenheuvels de horizon breken. Onderweg kom ik kinderen tegen die zwaaien, vrouwen die maniok stampen en mannen die brandhout laden op brommers.
De laatste kilometers zijn pure offroad. Soms is er geen weg, alleen een spoor door het gras. Mijn chauffeur lacht: “Hier stopt Google Maps.” En toch, zodra we de rand van het plateau bereiken en de zon laag staat, weet ik dat het alle moeite waard is. De lucht kleurt goud, de savanne gloeit, en ik voel me even helemaal alleen in een immens continent.
Slapen aan de rand van de wildernis
In het park zelf zijn nauwelijks voorzieningen. De meeste bezoekers kamperen met gidsen of slapen in een eenvoudig veldkamp. Zelf koos ik voor een kleine lodge in Franceville als uitvalsbasis. Van daaruit kun je excursies boeken met lokale gidsen die de route kennen en weten waar je veilig kunt overnachten.
Er zijn plannen voor ecologische kampen in het park, maar voorlopig moet je het doen met wat eenvoud. En eerlijk gezegd: dat maakt het avontuur alleen maar puurder. ’s Nachts hoor je alleen krekels, de wind en – als je geluk hebt – het verre trompetten van een olifant.
Reizen met respect en gezond verstand
De veiligheidssituatie in Gabon is over het algemeen stabiel, maar in afgelegen gebieden als Batéké moet je voorbereid zijn. Ga niet zonder lokale gids op pad, neem voldoende water en brandstof mee, en informeer vooraf bij de autoriteiten in Franceville naar de toegangsvergunningen. Malariapillen, een goede reisverzekering en een up-to-date vaccinatieboekje zijn een must.
Het park ligt bovendien dicht bij de grens met de Republiek Congo, dus het is verstandig actuele reisadviezen te controleren voor vertrek. Batéké is een plek voor de avontuurlijke reiziger – niet voor wie comfort zoekt.
Recente wildcam-beelden: hoop voor het Batéké-plateau
Nieuw onderzoek en camera-val-materiaal tonen dat het plateau langzaam maar zeker terugkeert als habitat voor opmerkelijk wildleven. Zo werd in januari 2025 een vrouwelijke chimpansee gefilmd in het park terwijl zij met een stok een verborgen camera onderzocht — een eerste documentatie van tool-gebruik van chimpansees in dit gebied. Eerder waren beelden vastgelegd van een leeuw, de eerste in decennia in dit deel van Gabon. Ook werd in 2018 bevestigd dat een gestreepte hyena via camera-vallen terug is in het gebied, na minstens twintig jaar afwezigheid. Deze opnames zijn signalen dat langdurige bescherming, parkwachters en monitoring in het Batéké-plateau resultaat tonen — en ze vergroten de kans dat dit afgelegen stukje savanne zich verder ontwikkelt als bestemming waar wildleven – inclusief roofdieren en apen – meer zichtbaar wordt.
De beloning: stilte, licht en pure ruimte
Op mijn laatste ochtend klim ik op een rots, hoog boven het grasland. De zon komt op in een zee van mist en goud. Geen geluid van verkeer, geen mensen, geen wifi – alleen wind en vogelgezang. Gabon laat hier een ander gezicht zien: open, ruig en onverwacht vredig.
Het Parc National du Plateau des Batéké is geen plek die zich snel prijsgeeft. Maar wie de moeite neemt om er te komen, ontdekt een van de laatste échte wildernissen van Afrika.
Praktisch voor reizigers
Beste reistijd: van mei tot september, wanneer de wegen begaanbaar zijn en het gras iets lager staat.
Toegang: via Franceville of Léconi met een lokale gids en 4×4.
Overnachten: kleine hotels in Franceville of kamperen met gids in het park.
Reistip: combineer Batéké met een bezoek aan de Poubara-watervallen of het Lopé National Park voor een compleet beeld van Gabons gevarieerde natuur.
