Spanje

spanish-flag-graphicNu de Pyreneeën bedwongen zijn gaat de route door Spanje verder over de Camino Frances. Het blijkt een ongelooflijk interessant gebied met een afwisseling van bossen, hooggebergtes, stranden en ruige kusten. Na Santiago de Compostela houden mijn routeboekjes het voor gezien en moet ik zelf de richting gaan bepalen. Die gaat uiteraard meteen naar het zuiden richting Portugal. Na Portugal volgt Andalusië. Een prachtig heuvelachtig gebied dat een spectaculaire finale in petto had op het moment dat ik de bergen uitreed en met geweldige uitzichten naar de Middellandse Zee afdaalde.

Mijn route door Spanje:

map-spain
Klik om te vergroten.

Dagboek: Nederland – Mali:

2010/08/10 Roncesvalles/ Zubiri – Na een slapeloze nacht vertrekken we als laatste na de honderden pelgrims die zo goed waren ons ook om half zes te wekken. Van de mist van de dag ervoor is nu niets meer te zien en het is een stralende dag. Het eerste idee is om na het ontbijt terug te klimmen naar de pas voor het uitzicht en in de middag een wandeltocht in de buurt te maken. Helaas zijn alle kamers boven het restaurant bezet en omdat we verwachten nog een nacht in de containers niet te trekken gaan we toch over tot de afdaling. Vanaf hier is het lekker free wheelen naar Pamplona. We stappen op de fiets en vliegen een uur lang de berg af, regelmatig de maximum snelheid overscheidend met de teller die boven de 50 km/h uitkomt. De paar klimmetjes onderweg nemen we fluitend en in de loop van de middag komen we in Zubiri uit voor een korte stop, een broodje en een cola. We gaan aan de rivier zitten en komen daar een stel spanjaarden tegen die ons met een biertje uitnodigen om aan de rivier de tent op te zetten en ’s avonds met hun naar het dorpsfeest te gaan.
Die uitnodiging nemen we uiteraard aan en na een bad in de rivier storten we ons in het feestgeweld. Op een weitje net buiten het dorp zitten aan elkaar gebonden, geblindoekte koppels achter een biggetje aan te rennen. Dat biggetje heeft een bel om de nek en op het geluid afgaand is het de bedoeling de big zo snel mogelijk te vangen. Na vele hilarische pogingen weet uiteindelijk een stel de big te vangen en is het vervolgens aan de kinderen die met 15 tegelijk achter het wild rondrennende beest aanjagen.
Na het biggenvangen verplaats het feest zich naar het dorpsplein en lijkt zich een waar carnaval te ontluiken. De kinderen komen verkleed langs als spiderman of kleine aardbei en de band speelt typisch baskische muziek. Ook sinterklaas komt nog even voorbij en het blijkt dat de beste man in de zomer zijn baard afscheert omdat het in Spanje zo warm is.
Aan het eind van de avond komt een als stier verklede man door de straten rennen en vanwege het vuurwerk dat daarbij alle kanten opvliegt rennen de dorpsbewoners en wij dus ook als idioten de huizen in en uit.
Als snel hierna sterft het dorp compleet uit en blijven wij met onze gastheren nog wat napraten. Er wordt ons verteld dat het feest straks weer doorgaat, maar wij menen in ons beste spaans dat ze zich vergissen. Klokslag 1 uur ’s nachts klimt de band het podium weer op en begint voor een leeg dorpsplein te spelen. Het is een bizar gezicht om midden in de nacht een leeg plein met harde spaanse muziek te zien, maar na het 4e nummer komen vanuit de huizen steeds meer mensen het plein op en wanneer even later ook sinterklaas weer terug komt barst het feest opnieuw los. Er wordt gedanst, gefeest en gelachen en als om half vier het halve dorp als struisvogels verkleed over het dorpsplein holt lijkt het alsof we midden in een slechte film zitten. De band stopt om 4 uur voor een korte pauze en dat lijkt ons een goed moment om de tent op te zoeken.

2010/08/11 Zubiri/ Pamplona – Een late start als gevolg van de feestvreugde. Tijdens ons ontbijt rond het middaguur lopen de laatste verdwaalde ‘struisvogels’ nog door de straten. We vertrekken richting Pamplona en komen daar zonder al te veel moeite aan. Campings blijken te ver weg en de refugees zitten vol dus komen we uit bij een hostel waar we snurkende spanjaarden of niet een heerlijke nachtrust pakken.

2010/08/12 Pamplona/ Estella – Vol goed moed en met grote plannen vertrekken we uit Pamplona. Na een paar dagen niet ver gekomen te zijn willen we vandaag een mooie afstand pakken en naar Logrono fietsen. De weg is fantastisch, de uitzichten adembenemend maar de heuvels te hoog en na 67 kilometer komen we uitgeput in Estella aan. De vriend van Inge komt kort na ons op de camping aan en we hebben nog een gezellige avond rond de tent.

2010/08/13 Estella/ Navaretta – Vrijdag de 13e begint met een gelukje. Als we het stadje uitrijden om de abdij te bezoeken komen we langs een watertap voor pelgrims. Verbazing alom als naast het kraantje voor helder water er ook een kraantje zit waar je rode wijn kan tappen.
Ik hou het echter bij een klein glaasje want de weg wacht op mij. Inge gaat na wat rondtoeren in de Pyreneen terug naar Nederland en mijn weg ligt nu naar het westen. We nemen afscheid en halen nog wat leuke momenten van de laatste weken naar boven.
Het is even vreemd weer alleen te fietsen, ik was weer gewend om de mooie ervaringen meteen te delen, nu krijg ik bij een mooi uitzicht alleen het loeien van de wind als antwoord. Ik fiets dapper door en kom langzaam weer in een lekker ritme en geniet vervolgens volop van het landschap om mij heen. Het is momenteel hard werken met alle heuvels, maar ondanks dat de snelheid niet heel hoog is gaan de benen als vanzelf door en kom ik al snel aan in Navaretta.

2010/08/14 Navaretta/ Burgos – De weg klimt en daalt vandaag maar door. 500m, 700m, 500m, 900m, 600m, 800m, 1000m, 800m, 1000m enz…… Dit is de zwaarste etappe tot nu toe, maar ook één van de mooiste. De uitzichten zijn volop te bewonderen als ik met een vaartje van rond de 6 km/h naar boven kruip. Het is wel erg fris en het grootste deel van de dag fiets ik voor het eerst deze tocht met de jas aan. Bij de afdalingen wanneer de wind vrij spel heeft heb ik hem hard nodig.
Via een kleine omweg kom ik langs de Monasterios van San Milan. Monasterio de Yuso verschijnt groots in het groene dal en staat op de werelderfgoedlijst van Unesco. Op de achtergrond zie ik de toppen van de San Lorenzo (2262m)
Dankzij een vroege start en late finish kom ik ondanks de heuvels uit op een recordafstand van ruim 140 km !

2010/08/15 Burgos/ Castrojeriz – In Burgos verken ik de binnenstad samen met honderden andere toeristen. Ook ga ik op zoek naar een boekhandel met engelstalige boeken, maar die blijkt onvindbaar. Zelfs de reisgidsen zijn hier alleen in het spaans te krijgen.
Wanneer ik bij het uitrijden van de stad twee blikjes cola wil afrekenen bij een snel afgeleide dame, begint deze opeens een heel verhaal tegen mij op te hangen. Als ik aangeef dat ik er niets van begrijp begint het verhaal opnieuw alleen een stukje luider. Dat is mij de afgelopen dagen wel vaker opgevallen. De mensen gaan steeds harder praten als je het niet lijkt te begrijpen. Niet langzamer of met gebaren, gewoon steeds harder. Als de inmiddels krijsende dame voor de 4e keer aan haar verhaal begint snap ik ineens dat ze niet meer wist of ik haar nou vijf of tien euro had gegeven. Ik krijg vervolgens mijn wisselgeld onder toeziend oog van de hele winkel en bedank de lieve dame vriendelijk.
Met enkele klimmetjes vanuit het dal bij Burgos gaat de route de spaanse hoogvlakte in. De Meseta. De zon staat hoog aan de hemel maar de wind brengt een beetje verkoeling. De weg slingert door eindeloze graanvelden en dorre vlaktes en in Castrojeriz is het weer mooi geweest en zet ik de tent op.

2010/08/16 Castrojeriz/ Mansilla de las Mulas – Ik kijk onder de brandende zon over de uitgestrekte velden. Na Fromista volgt één van de meest vlakke delen van de route met langs de route eindeloze (inmiddels geoogste) graanvelden en rode geploegde aarde. Ik fiets vandaag grotendeels langs de wandelroute van Roncesvalles naar Santiago en elke keer dat ik een zwoegende wandelaar voorbij zoef voelt het een klein beetje als valsspelen. Dat zullen zij ongetwijfeld ook zo beleven tot ik tijdens een stop een enkele wandelaar spreek die als ik zeg dat ik uit Nederland ben komen fietsen de mond open laat vallen..
Nog zo’n spaans trekje. De eerste keer dat je verteld dat je uit Nederland komt staan ze je vaagjes aan te staren, vervolgens vragen ze om een bevestiging waarna ze wat beginnen te trekken met de mondhoeken. Bij de derde of soms vierde bevestiging valt de mond open en verklaren ze je voor gek. Sommigen beginnen daarbij ook nog met hun hoofd te schudden.
Halverwege de dag zie ik de eerste bergen in de verte weer voor me opdoemen. Er resten mij nog ruim 400 kilometer en twee hoge bergpassen die bijna 500 meter hoger zijn dan de Pyreneen voor ik Santiago zal binnenfietsen. Ik hoop dat voor het eind van deze week te bereiken
Als ik aankom in Sahagun, wat ik in eerste instantie als eindpunt had bedacht is het nog zo vroeg in de middag dat ik besluit nog 40 kilometer door te rijden naar de volgende camping, waar ik voor mijn inspanningen beloond wordt met een koude douche en twee honden die tot laat in de avond tegen elkaar op staan te blaffen.

2010/08/17 Mansilla de las Mulas/ Hospital de Orbigo – Vol goede moed stap ik de tent uit en begin na het ontbijt de fiets op te laden. Als alles weer is omgehangen en ik wil wegrijden merk ik opeens dat de achterband plat is. OK, het moest er een keer van komen dus laad ik de fiets weer helemaal af en plak ik de band. Maar Mansilla is nog niet klaar met mij. Door werkzaamheden en omleidingen raak ik de weg helemaal kwijt en als ik na een tijd zoeken terecht kom op de te drukke doorgaande weg ben ik genoodzaakt terug te keren naar het dorp. Bij mijn nieuwe vluchtpoging fiets ik een rondje rond Mansilla tot ik de juiste weg heb gevonden. Daarbij vliegt er een vliegje in mijn oog. 5 minuten later gevolgt door een familielid die voor het andere oog kiest. Met tranende ogen slaag ik wel in mijn vluchtpoging en ga ik op weg naar Leon.
Leon is vooral een erg drukke provincie hoofdstad en na alle kerken en kathedralen de afgelopen weken laat ik ze hier voor gezien. Ik fiets een rondje door de binnenstad en pak een goede lunch, maar al snel verlaat ik de stad weer en rij het platteland in. De weg vervolgt door de maisvelden en een aantal kilometers over een grindweg.
In de loop van de middag zwoeg ik onder het brandende zonnetje een heuvel op. Terwijl ik mijn routekaartje bestudeer mis ik een gat in de weg en hoor ik opeens een klap, een hoop gesis en nog een klap. Ik knijp als een gek de remmen in, wat geheel overbodig is, want ik sta meteen al stil. Een klapband… Deze is niet meer te plakken en dus loop ik een honderd meter terug naar het dorpje waar ik in de schaduw de fiets weer begin af te laden en het achterwiel van de fiets monteer. Het is even wat puzzelen. Het is de eerste keer dat ik een achterwiel van een fiets afhaal. Maar het gaat redelijk vlot en uiteindelijk heb ik een nieuwe binnenband om het wiel gelegd. Helemaal trots op mezelf zet ik vervolgens het wiel terug en ook dat gaat wonderbaarlijk goed. Opeens besef ik dat ik de ketting niet terug heb gelegd. Dus het wiel er weer af, de ketting erom, fiets optuigen en ik kan weer op pad.
Het word al wat later en ik kom terecht op een zeer slechte grindweg met veel grote keien. Ik had dit soort slechte wegen nog niet verwacht en in mijn belevenis voor Afrika bewaard, maar slinger nu toch van links naar rechts om maar de best fietsbare stukjes te vinden. Ik had net ervoor mijn tassen volgeladen met verse vijgen, tomaten en nectarines en terwijl die één voor één uit mijn tas hobbelen vrees ik het ergste voor mijn banden.
Naast wat beurs fruit gaat het toch goed en kom ik op de camping aan in Hospital de Orbigo. Als ik na het eten de fiets aan een boom wil verankeren blijkt dat de achterband toch weer leeg is en kan ik voor de derde keer vandaag aan de slag om een heel mooi nieuw gaatje te dichten.
Ik trakteer mijzelf vervolgens op een biertje in de bar en gelukkig is de band bij terugkomst nog steeds lekker hard.

2010/08/18 Hospital de Orbigo/ Vilela (Villafranca del Bierzo) – Er moet een flinke bergpas beklommen worden die met 1510 meter bijna 500 meter hoger is dan de pas in de Pyreneen. Ik ga dan ook vroeg op pad om de grootste hitte voor te zijn en klim langzaam maar zeker naar het hoogste punt. Mijn hersenen zijn inmiddels zo geprogrameerd dat ik klimmen niet erg meer vind, omdat ik weet dat na de inspanning er altijd weer een weg naar beneden volgt. Ik laat nu de Spaanse Meseta achter me en trek de bergen in. De ene bocht de tegenwind verwensend, de volgende bocht smekend om een beetje wind ter verkoeling.
Deze keer is de meest spectaculaire afdaling. Met de wind door de haren suis ik de berg af. Bocht na bocht, kilometer na kilometer. Ik kom beneden aan met rode handpalmen van het constante remmen.

2010/08/19 Vilela/ Portomarin – De pas van vandaag is met 1310 meter minder hoog dan de pas van gisteren. Ik heb weer het plan om op tijd op pad te gaan. Als ik echter na 11 uur slaap wakker wordt is het al ruim na 9 uur in de ochtend. Dat is de eerste keer deze tocht dat ik niet om 7 uur stipt wakker wordt. Ik had het blijkbaar nodig en ga uiteindelijk na het opruimen en een uitgebreid ontbijt om 11 uur op stap.
Bij een korte omleiding moet ik de fiets lopend over een grindpad een steile helling opduwen, wat me lukt met een mooie snelheid van 10 meter per minuut. Ik kom boven een boze meneer tegen die maar niet kan begrijpen waarom ik met zoveel bagage de bergen in wil trekken. Hij verteld me dat hij de tocht ook heeft gemaakt met slechts twee zijtassen en één bidon. Lekker eten in restaurants en goed slapen in hotels. Het feit dat ik op slippers fietste werd al helemaal afgekeurd.
Met wat rekenen, het weglaten van de tent, de keuken en wat extra reisgidsen en boeken zou ik ook wel afkunnen met 2 zijtassen, maar die tweede bidon doe ik voor geen geld weg. Ik maak de beste man zo goed als het gaat duidelijk dat ik onderweg ben vanuit Nederland en na Santiago nog verder reis naar het zuiden. Na een naar mijn idee geslaagde poging zie ik weer een lichte glimlach op zijn gezicht verschijnen en wenst hij mij een ‘bon Camino’ wat goede reis betekend. Over de slippers begin ik maar niet meer.
Wat het is weet ik niet. Misschien dat de berg van gisteren nog in de benen zit of omdat het ruim 30 graden is zonder kans op schaduw, maar ik voel iedere meter die ik klim. Ik drink liters cola en zwoeg meter voor meter de berg op om uiteindelijk nat van het zweet en met trillende beentjes op de top aan te komen.
Wat volgt maakt dan toch alles weer goed, deze afdaling is zo mogelijk nog mooier dan de vorige. Deels doordat de weg geleidelijk daalt en ik niet constant in de remmen hoef te knijpen. En ook omdat de weg hier een stuk beter is zodat ik niet constant het asfalt in de gaten hoef te houden voor gaten, maar ik ook meer kan genieten van het uitzicht onderweg.
Ik fiets nog een stuk door en haal ondanks dat ik de hoop al een beetje had opgegeven toch nog de camping in Portomarin. Ik kom wel gebroken aan.

2010/08/20 Portomarin/ Touro – De hele ochtend vraag ik me af of ik Santiago ga redden vandaag. De afstand is dezelfde als gisteren en vandaag zit er geen bergpas meer tussen. De route begint wel met een klim van 13 kilometer en dat is niet meteen heel hoopgevend. Halverwege de middag stort ik totaal in en moet ik een paar uur bijkomen in de schaduw onder een paar bomen.
Wanneer ik eindelijk de moed heb gevonden weer verder te gaan is het al half acht geweest en ik leg de laatste paar kilometers naar Touro af waar volgens de gids een pelgrimsopvang moet zitten. Daar aangekomen blijkt die er niet te zijn en er is ook nergens een hostel of hotel te vinden. Na wat navraag blijkt de eerste op zo’n 10 kilometer afstand te zitten. Omdat ik vandaag die 10 kilometer echt niet meer ga halen rij ik met moeite het dorpje uit en sla de eerste bosweg in die ik zie. 200 meter verder zet ik in 3 delen de tent op. Eerst de binnentent, even liggen, de bagage van de fiets, even liggen, matje opblazen en slaapzak uitpakken, even liggen en uiteindelijk zet ik de fiets nog op slot. De buitentent laat ik zitten vandaag.
Het begin van de avond was dan misschien een ramp, maar als ik midden in de nacht wakker word van konijntjes die rond de tent huppelen en ik de maan zie die door de bomen schijnt is alles weer goed en draai ik me nog een keer lekker om.

2010/08/21 Touro/ Santiago de Compostela – Het is nog maar een dertig kilometer naar Santiago en die gaan als in een waas voorbij. Ik schijn volgens de gids door mooie eucalyptus bossen te fietsen maar krijg er weinig van mee. In de loop van de ochtend wordt ik ingehaald door een groepje nederlanders die voor mijn gevoel met lichtsnelheid voorbij vliegen. Ze beloven me de stad vast te laten weten dat ik eraan kom. Rond 4 uur ’s middags is het dan toch zover, ik kom aan in Santiago ! Ik laat de bezienswaardigheden voor wat ze zijn en vraag bij het touristenbureau naar de dichtsbijzijnde camping. Daar zet ik mijn tent op, eet wat, bel met het thuisfront en val als gelukkig maar uitgeput mens in slaap.

2010/08/22 Santiago de Compostela – Rustdag in Santiago. Ik word na 13 uur slaap uitgerust wakker en na het ontbijt voel ik me als herboren. Nu in de stad in en zo eens kijken of ik een lonely planet van Portugal kan scoren. Mijn routegids houdt nu op dus ik moet gaan beslissen hoe nu verder.
Santiago is voor mij een groot punt in de reis. Ik heb hem opgedeeld in 4 delen, Nunspeet – Santiago was daar het eerste deel van. Volgt dus nog Santiago – oversteek Marokko – Senegal – Timboektoe. Het zal wat kilometers betreft wel niet helemaal kloppen, maar voor het gevoel doet dat het wel.
Ik heb wel weer één ding geleerd. Ik moet niet gaan overhaasten. Ik heb alle tijd, maar toen ik zag dat Santiago in zicht kwam ben ik toch te hard van stapel gelopen. Ondanks dat elke dag een klein feestje is (soms ook een groot feestje) ben je dan toch gedreven om zo snel mogelijk dat eerste punt te halen. Te grote dagafstanden in een temperatuur van ruim boven de 30 graden hebben de laatste dagen alle reserves opgemaakt dus ik blijf hier nu in ieder geval 1 of 2 dagen om even bij te komen.

2010/08/23 Santiago de Compostela – Extra rustdag en sinds gisteravond is het begonnen te regenen en stormen wat zo’n beetje de hele dag aanhoud. Omdat naast de toeristische winkels gisteren alles dicht was doe ik vandaag een nieuwe poging om wat leesvoer te halen in de stad. Daar slaag ik deels in met een engels boek, maar geen Lonely Planet van Portugal. Die hadden ze alleen in het spaans. Dan maar in de eerste grote stad over de grens kijken.
Na het eten ’s avonds wordt mij door mijn lieftallige aangeschoten duitse buurvrouwen een chocolaatje in hun tent aangeboden, wat dat dan ook op zijn duits betekend. Gezien het al laat is, sla ik dat beleefd af en geef aan dat ik nog helemaal vol zit van het avondeten.
Terwijl ik een nieuwe fles wijn ontkurkt hoor worden in de tent naast mij val ik al snel in slaap.

2010/08/24 Santiago de Compostela/ Pontevedra – Hoe ik ooit in Afrika ga komen moet ik nog zien. Mijn handige routegidsjes zijn niet meer en ik doe er ruim een uur over om de weg uit de stad te vinden. Deels lag dat ook aan wegwerkzaamheden, wegen die overgingen in trappen, of wegen die verboden waren voor fietsers. Als ik eindelijk de stad uitrij is het al bijna middag en heb ik de eerste 10 kilometer al op de teller staan.
Van hierafaan gaat het echter weer lekker. Ik kies voor de rustige weg langs de baai in plaats van de vlakke rechtstreekse binnendoor. Dat komt me op wat heuvels te staan, maar de spieren zijn hersteld en het fietst allemaal prima. Onderweg kijk ik weer uit over het water, voel de frisse zeewind en ruik de geur van gedroogd zeewier. Het kompas staat al de hele dag gericht op het zuiden en daardoor is de glimlach niet meer van mijn gezicht te krijgen.
Aangekomen in Pontevedra word ik aangeschoten door een dame die uit Geneve blijkt te komen. We proberen allerlei talen door elkaar en besluiten uiteindelijk voor frans te kiezen. Ik krijg een bak koffie met een groot stuk ananas taart aangeboden en op het terras hebben we het over van alles en nog wat, bijgestaan door de ober die tussen het uitserveren af en toe een engelse vertaling voor mij tussendoor gooit.
De stadscamping die op de Michelin kaart staat blijkt niet (meer) te bestaan en andere campings zijn niet meer voor het donker te bereiken. Ik krijg bij het touristisch informatiepunt wel een nieuwe kaart mee waar voor het resterende stuk Spanje alle campings opstaan en wat extra wegen die mijn kaart niet weergeeft. Ik besluit voor het eerst deze trip om dan maar een hostel te pakken. Met een bad ! Na het afladen van de fiets is die gevuld en lig ik vervolgens een half uur te weken om gerimpeld maar schoon de avondmaaltijd klaar te maken. Op de allesbrander midden in mijn eigen hotelkamer.

2010/08/25 Pontevedra/ Baiona – De stad rijd ik vandaag zonder problemen uit en ik kies weer voor de wat kleinere wegen. Dat houdt iets meer klimwerk en wat extra kilometers in maar daarmee vermijd ik wel grotendeels de vrachtwagens die soms tot op centimeters voorbij scheuren.
Ik fiets door de nog vochtige eucalyptus en dennenbossen, die heerlijk beginnen te geuren onder het opkomende zonnetje.
Aangekomen in Cangas neem ik de boot de baai over naar Vigo. Een tochtje van zo’n 15 minuten waarbij we al snel gevolgd worden door een groepje dolfijnen die in de golven achter ons de mooiste capriolen uithalen. Net voordat we de andere kant bereiken herinner ik me opeens nog even een foto te schieten.
Vanaf Vigo kies ik de spectaculaire kustweg en wisselen strand en rustige inhammen zich af met een op de rotsen beukende zee. Ik kies een camping en zet mijn tent op zo’n 25 meter van de golven op. Terwijl de golven op de rotsen breken, dommel ik langzaam weg.

2010/08/26 Baiona/ Belinho – Ik word wakker in een grijs nat landschap. Het miezerbuitje stopt gelukkig wel snel en met een tent die 2 keer zo zwaar is door al het water ga ik op pad. Het blijft de hele ochtend een beetje dreigen maar het blijft wonderbaarlijk droog. Het geeft de ruige kust een grimmige sfeer die ik eerder bij Schotland vind passen.
In de loop van de middag maak ik voor 75 eurocent de oversteek naar Portugal. Na Nederland het vierde land alweer. Ik wil om dit te vieren een hamburger bestellen, maar die zijn op. Een omelet kan wel dus wordt dat het dan. Ook bestel ik er een colaatje bij. Na 5 minuten krijg ik een placemat en bestek voor me gelegd en na 10 minuten loop ik nog maar even naarbinnen waar mijn colaatje blijft. Opeens blijkt de omelet niet meer te kunnen en word ik naar de collega’s verderop gestuurd. Het is nog een lastig taaltje dat portugees.Inmiddels probeert het zonnetje wel tussen de wolken door te breken en krijg ik ook nog wat straaltjes zon te pakken.
De weg loopt niet langer meer vlak langs de kust, maar af en toe kan ik een glimp van de zee opvangen tussen de bomen en bebouwing door. Ik voeg ook een nieuw item toe aan mijn uitrusting. Een gifgroene echte handdoek. De sneldrogende mini handdoekjes zijn ideaal op de camping, maar ik miste iets voor bij het zwembad. Ik maak er meteen goed gebruik van bij mijn uitje naar het strand aan het eind van de middag. Tijdens het koken breekt de hemel weer open en terwijl de regen op de tent tikt werk ik mijn hardverdiende twee persoonsmaaltijdje naarbinnen.

< Frankrijk | Portugal >

2010/09/05 Villaneuva de los Castillejos/ Isla Cristina – Mijn ingebouwde wekker maakt mij ondanks dat het ruim na 2 uur ’s nachts was voor ik het bed zag precies om zeven uur weer wakker. Het is nog helemaal stil in huis dus ik draai mij nog een keer lekker om en open uiteindelijk om elf uur opnieuw de oogjes. Zo lang heb ik niet geslapen sinds ik aan deze tocht begon.
Franzisca & Jan hebben mij de dag ervoor mijn geplande route afgeraden. Het was de afgelopen dagen al erg warm maar ze waarschuwen me dat het richting Sevilla steeds heter zal worden en dat temperaturen van 40-45 graden in deze tijd heel normaal zijn. Dat is nog afgezien van de vele heuvels die er op die route liggen. Nou heb ik al eerder dit soort adviezen genegeerd. Volgens velen zou ik ook niet door de binnenlanden van Portugal moeten gaan en kon ik beter de kust volgen. Dat zou me wel de belevenissen van de afgelopen dagen hebben gekost en laten die nou net één van de hoogtepunten van deze reis zijn..
Deze keer echter zegt iets in me dat ik beter kan luisteren en besluit ik om dan toch weer naar de kust te fietsen en te kijken of ik een weg kan vinden langs de zee. Volgens de kaart is die er niet, maar deze kaart mist een aantal kleinere wegen dus we zullen het wel ontdekken de komende dagen.
Mijn gastvrouw is helemaal gek op beesten en ik besluit om als bedankje voor de gastvrijheid een fotoserie te maken van haar katten. Die doen natuurlijk alles wat ik net niet wil, maar het lukt me om uiteindelijk een paar leuke plaatjes te schieten. Dat verklaard dus meteen die foto’s zodra het lukt om een nieuwe fotoserie op de site te zetten. Er wordt me aangeboden om nog een nacht te blijven en ondanks dat het enorm verleidelijk is heb ik toch de drang om verder te reizen. Ik wacht wel de grootste hitte af en fiets uiteindelijk na vijf uur ’s middags het dorp uit. Hierna is het een makkelijke 40 kilometer tot de camping in Isla Cristina.

2010/09/06 Isla Cristina/ La Palma del Condado – Het is vandaag een puzzeltocht. Wegen komen ergens uit waar ik het niet verwacht of lopen voor mij dood op snelwegen. In La Antilla ga ik op bezoek bij de toeristen info en die weten me te vertellen dat ik niet langs de kust verder kan vanwege het nationale park zonder verbindingswegen. Ik was er al bang voor geweest en nu blijkt mijn vrees waarheid te worden. Ik moet dus terug het binnenland in en bij Huelva kom ik op de route die ik bedacht had in plan A. Toch op weg naar Sevilla dan maar.
Even na Niebla krijg ik de vierde lekke band van de trip en stop ik bij een hostel. Omdat het al laat begint te worden en ik de band moet plakken besluit ik hier dan ook een kamer te nemen. Voor de prijs hoef ik het niet te laten. €20,- en dat is inclusief avondeten. Goede deal !
Ik plak de band in de voorraad kamer van het hostel onder toeziend oog van de barman en haal een stuk ijzerdraad weg dat nog door de buitenband steekt.

2010/09/07 La Palma del Condado/ Sevilla/ El Coronil – De laatste 50 kilometer naar Sevilla verlopen vlot. Rond het middaguur begin ik met mijn pogingen de stad in te komen maar stuit steeds op de omliggende snelwegen. Een uur later lukt het me om in het centrum te komen en is het tijd voor wat sightseeing en een lunch. Het lijkt de zoveelste grote stad en ik ben er vrij snel op uitgekeken. Het feit dat ik met een beladen fiets door de mensenmassa’s moet slepen zal ook wel meespelen.
Net zoals het lastig was om de stad in te komen, zo ook blijkt het moeilijk er weer uit te raken. Ik kwam uit het westen en moet nu naar het zuid-oosten. De dames bij de bushalte beginnen me al te herkennen en als ik voor de vijfde keer voorbij kom fietsen lachen ze me vrolijk toe. Zo heeft er tenminste iemand lol aan mijn mislukte pogingen zover. Ik doe alsof het de gewoonste zaak van de wereld is dat ik hier steeds voorbij fiets en straal uit dat ik precies weet waar ik naar op weg ben.. Uiteindelijk vind ik een tunneltje onder het spoor door en fiets ik de stad uit. De bedoeling is richting Utrera en daar kom ik uiteindelijk, zij het met een zigzag patroon en vele extra kilometers.
Vanaf Utrera kom ik weer op de goede weg uit, de overleden konijnen route. Als ik zo’n 25 konijnen vrolijk heb rond zien huppelen kom ik bij een zijweggetje die ik insla om een plekje voor de nacht te zoeken. Ik heb dan inmiddels een ongeveer gelijk aantal platgereden konijnen voorbij zien komen.
Het afgelopen uur heb ik langs de weg geen geschikte plaats kunnen vinden. Het zijn allemaal dorre droge heuvels zonder begroeiing en er is inmiddels ook een flinke wind opgestoken. Ik rij in de beginnende schemering El Coronil binnen en probeer aan de andere kant van het dorp een plekje te zoeken. Terwijl het inmiddels al bijna donker is zie ik opeens een veld met olijfbomen en daar duik ik ongezien in. Ik zet de tent op en laat de buitentent voor wat het is. Deze keer met de bedoeling om nog wat naar de sterren te kijken, maar de ogen vallen al snel dicht..

2010/09/08 El Coronil/ Ronda – Ik fiets terug naar de konijnen route en er valt me op dat er opeens geen konijnen meer te zien zijn. Misschien dat die alleen in de namiddag buiten hun holen komen. Maar even later bedenk ik me dat dat bij de rondhuppelende exemplaren zou kunnen, maar er bij de platte variant iets niet helemaal klopt met die theorie.
Het gaat moeizaam vandaag, misschien zijn het de kilometers van gisteren (ruim 150), maar ik voel me wel uitgerust. Het is een strijd om de vele heuvels te pakken. Uitzichten over stuwmeren en het landschap maken het toch iedere keer weer waard. Ik kom aan in Ronda, wat een mooi stadje lijkt te zijn. Een uitgebreide tour laat ik echter schieten en ik ga meteen op zoek naar de camping. Daar aangekomen blijkt dat ik alweer een lekke band heb. De plek des onheils is al snel gevonden als ik bij controle van de buitenband mijn vinger openhaal aan een nieuw stuk staaldraad.
Na bandenplak sessie nummer 5 duik ik nog even in het zwembad en maak ik plannen voor de route van morgen. Een route die me bij de Costa del Sol moet brengen.

2010/09/09 Ronda/ San Pedro de Alcantara/ Estepona – Het zal een pittig dagje worden vandaag. Het is welliswaar slechts een kilometer of 50 naar de kust, maar ik moet wel eerst nog over een bergpas die met 1417 meter een paar honderd meter hoger is dan de pas in de pyreneen. Toch gaat het lekker en na tweeenhalf uur zweten kom ik aan op de top. Ik denk eerst nog dat dit het hoogste punt nog niet kan zijn, maar de weg gaat echt naarbeneden en houdt daar ook niet meer mee op. Wat volgt is een fantastische afdaling van 1417 meter terug naar zeeniveau. Kilometer na kilometer asfalt vliegt onder mij door terwijl de mooiste uitzichten zich ontvouwen. Opeens na weer een bocht in de weg zie ik de zee ver voor en heel veel lager liggen. Het maakt het plaatje compleet en maakt het tot de mooiste afdaling van deze tocht. Ik geloof dat ik dat al een paar keer eerder heb gezegd, maar er blijkt steeds weer een overtreffende stap. De kilometers die volgen blijven uitzicht houden op de Middelandse zee en ik hoef alleen af en toe te remmen voor de stoet auto’s die voor me achter een trage vrachtwagen kleven. Op zich is dat ook wel prima want 50 kilometer per uur op de teller is snel genoeg.
Eenmaal aangekomen aan de voet van de berg ben ik aangekomen in de Costa del Sol ! En dat uit zich meteen in bruingebakken mannen met dikke buiken die door de straten waggelen.
Het is nog vroeg in de middag en ik ga op zoek naar een camping mijzelf verheugend op een middagje strand. Maar hoe mooi deze dag begon, de middag wordt een ramp. Er is maar één doorgaande weg langs de kust en die is niet voor fietsers bedoeld. Er blijkt ook geen alternatief te zijn en ik begin aan een lange vermoeiende speurtocht naar kleine sluipweggetjes. Regelmatig lopen deze dood, of buigen ze terug naar het oosten. Ik sleep mezelf loopbruggen over van de ene naar de andere kant van de weg uitkomend in steeds nieuwe dure villa wijken die in een soort rondje zijn gebouwd met één ingangspunt naar weer de grote weg.. Ik sleep mijn fiets een trappetje af en loop achter de vangrail een stuk paralel aan de weg tot ik bij een bruggetje over een riviertje kom waar het te smal is voor de fiets met bagage. Het ritueel van tassen afhangen begint weer en ik sleep alles één voor één naar de overkant. Eerst de tassen, dan de tent en uiteindelijk de fiets die ik een meter moet optillen omdat het stuur anders klem komt te zitten. Ik leg uiteindelijk ruim 20 kilometer af op een stukje dat op de kaart echt niet meer is dan een kilometer of tien en kom geheel onverwacht opeens een camping tegen. Dat word mijn stop voor vandaag en ondanks dat ze een idioot hoge prijs vragen voor mij en mijn tentje ben ik allang blij dat ik even kan bijkomen. Het zwembad maakt een hoop goed en bij mijn avondwandeling door de omgeving kom ik zelfs een cafe met cheesecake tegen ! Het strand laat ik voor wat het is, daarvoor zou ik eerst de grote weg over moeten en dat is een uitdaging die maar moet wachten tot morgen..

2010/09/10 Estepona/ Algeciras – De ramp die gisteren begon gaat vandaag vrolijk verder. Ik krijg van de campingeigenaar een alternatieve route voor het eerste stuk. Die gaat over een zandpad die na een aantal kilometers versperd blijkt te zijn door een vrachtwagen. De fiets door het meters hoge gras aan de zijkanten slepen is geen optie. Ik moet dus terug naar de snelweg en zie mezelf weer een tijd achter de vangrail lopen. Zo nodig de tassen weer er af ladend voor de smalle stukjes. Ik weet uiteindelijk in Estepona te komen en kan dan een stukje rustig fietsen in de goede richting. Er liggen zelfs fietspaden door de stad en ik ben weer in mijn element.
Buiten de stad houden de fietspaden echter snel op maar kan ik nog een stukje paralel aan de snelweg fietsen. Tot ook dat ophoud en ik mezelf tot twee keer toe een uur door een luxe villa wijk vind dwalen om uiteindelijk weer terug te komen bij het punt waar ik de wijk inkwam. Verder achter de vangrail dan maar weer. Ik weet aan de kust te komen ergens tussen Gibraltar & Algeciras. Ik plons mijn voeten in de middelandse zee en bedenk me hoe ik nu verder moet. Algeciras zie ik in de verte liggen langs het water maar zit weer op een stuk waar ik niet verder kan en zie op de kaart één andere mogelijkheid. Dat is terug het binnenland in en via een grote omweg naar Algeciras rijden. Na de afgelopen uren van zoeken en terugfietsen besluit ik dat maar te doen. Het is wel een omweg maar ik weet dan tenminste waar ik ben. Het betekend ook dat ik twee heuvels over moet van 150 meter hoog. Dat lijkt misschien mee te vallen, maar na het doel al gezien te hebben en nu weer naar het noorden te moeten rijden voelen ze loodzwaar aan.
Toen ik vanochtend vertrok zag ik op de borden bij de snelweg staan dat Algeciras 50 kilometer verderop lag. Mijn teller komt echter op stilstand bij 99.87 kilometer en het heeft me de hele dag gekost. De camping die staat aangegeven op de kaart blijkt onvindbaar en bij navraag krijg ik te horen dat er zeker één is zo’n 20 kilometer terug richting Estepona. Voor geen geld ga ik daar weer naar terug en ik weet een hotel te vinden vlak bij de haven met de boten naar Cueta. Voor maar twee euro meer dan de camping van afgelopen nacht heb ik een prima kamer met bad. In de bar bestel ik een biertje en denk terug aan de afgelopen twee maanden die mij tot hier gebracht hebben. Het was een mooie tocht. Ik heb leuke dingen meegemaakt. Ik ben over verlaten wegen en door heerlijk geurende bossen gefietst. Ik ben kapot geweest, tot het gaatje en erover. Ik heb fantastische mensen ontmoet. Ik heb het idee dat het avontuur nu echt gaat beginnen!

2010/09/11 Algeciras/ Martil – De boot naar Ceuta ligt al voor anker in de haven vlak voor het hotel. Er zitten dan ook nog geen tien minuten tussen het moment dat ik de fiets in de hotel lobby heb opgetuigd tot het moment dat ik in de rij sta om aan boord te kunnen. Ik kom daar een stel Engelsen die voor een deel dezelfde route gaan nemen, maar zij doen het op de motor.
De overtocht duurt ongeveer een uur en al snel sta ik weer op het vasteland. Het voelt alsof ik weer in Spanje terug ben met de grote winkelcentra’s en drukke plaza’s, kerken en euro’s. Dat klopt ook wel want dit stukje Afrika hoort nog bij Spanje. Het is pas een paar kilometer verder bij de Marokkaanse grens dat ik voor mijn gevoel europa achter me laat. Na de post van Spanje waar ik zonder te stoppen doorheen rij kom ik in een paar honderd meter niemandsland uit waar ik zigzaggend een weg zoek door de barricades. Ik fiets af en toe zwaaiend langs de rij met wachtende auto’s en heb al snel een stempel in mijn paspoort. De douanier wil nog even in mijn tassen kijken, maar op het moment dat ik aleen de clipjes open maak en hem zeg dat hij zijn gang kan gaan is het snel gebeurd, dat is net iets teveel werk voor hem.
Nadat het paspoort nog een paar keer gecheckt is door verschillende agenten kan ik doorrijden Marokko in. Ik kom langs het hek dat voor €30 miljoen euro is neergezet door de VN om illegale immigratie te voorkomen en fiets de weg langs de kust met aan weerzijde palmbomen op. Nog geen twee kilometer na de grens hoor ik de band sissen en haal ik een stuk glas uit de band. Tijd voor plakronde nummer zeven, maar deze keer word ik aangemoedigd door voorbijkomende auto’s die toeteren, zwaaien, een duim omhoog steken, iets toeroepen of een combinatie daarvan.
De volgende 30 kilometer naar Martil vliegen vervolgens voorbij. Met de zee aan de linkerkant en heuvels aan de andere kant fiets ik langs grazende koeien en een enkele kameel. De camping is snel gevonden en ik geniet nog even na tijdens een wandeling over de boulevard vol met restaurantjes en café’s.

< Portugal | Marokko >

Alle foto’s van dit deel van de fietsreis.